Risico's en exogene ontwikkelingen

In dit hoofdstuk worden de risico’s en exogene ontwikkelingen genoemd, die effect kunnen hebben op het begrotingsresultaat 2022.

Prijsstijgingen
De prijzen voor (bouw)materialen schoten door corona en materialentekorten al omhoog. Daar komen de gevolgen van de oorlog en stijgende energieprijzen bovenop. Dit kan ervoor zorgen dat de opgenomen budgetten en investeringskredieten niet toereikend zijn en er tussentijdse prijsverhogingen worden aangevraagd en/of doorgevoerd. Ook bestaat de kans dat lopende contracten door leveranciers opengebroken gaan worden omdat de exorbitante prijsstijgingen niet meer als ondernemersrisico kunnen worden gekwalificeerd. In de meeste lopende contracten zijn hiervoor ook standaard uitzonderingsclausules aanwezig.

Er is continu aandacht voor de gevolgen van prijsstijgingen. Ook is in de begroting een stelpost opgenomen om deze prijsstijgingen op te kunnen vangen (gevormd bij de Nota van Wijzigingen 2022-2025). De aanwending van deze stelposten worden in de tussentijdse rapportages inzichtelijk gemaakt. In deze eerste tussentijdse rapportage is nog geen uitputting van de stelpost te melden. Er wordt in kaart gebracht waar exorbitante kostenstijgingen tot problemen leiden of kunnen gaan leiden. De verwachting is in de tweede tussentijdse rapportage hierover meer inzicht te kunnen geven. Iedere claim is echter maatwerk en zal zorgvuldig beoordeeld moeten worden. Uitgangspunt hierbij is dat de redelijkheid van het verzoek om extra kostendoorbelasting goed moet kunnen worden vastgesteld.

Naast prijsstijgingen kunnen zich leveringsproblemen voordoen. Bijvoorbeeld doordat de hoge gasprijs de industrie en de bouwmaterialenindustrie raakt. Als dit leidt tot het afschalen van productie, zullen er minder of geen voorraden meer zijn. Hier kunnen levertijden oplopen of sommige grondstoffen of materialen niet (meer) te leveren zijn. Dat heeft invloed op de realisatie van investeringen die hierdoor extra vertraging kunnen oplopen.

De verwachting is dat vanaf 2023 deze prijsstijgingen door zullen werken in alle overige sectoren van de maatschappij. Denk daarbij vooral aan de inflatiecorrectie van lonen via de CAO’s.

Inkomensregelingen en schuldhulpverlening
Een gevolg van de prijsstijgingen is daarnaast dat de kosten voor individuele bijzondere bijstand en minimaregelingen stijgen door een stijgend aantal aanvragen. Hoewel in 2022 een eenmalige energietoeslag wordt uitbetaald aan inwoners met een laag inkomen, is de verwachting dat deze eenmalige toeslag voor veel huishoudens niet voldoende is om financiële problemen te voorkomen. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft berekend dat de energieprijzen in januari van dit jaar gemiddeld al 86% hoger lagen dan het jaar ervoor. Het ministerie geeft aan dat het aantal huishoudens in energiearmoede toeneemt, ook onder gezinnen die (net) niet in aanmerking komen voor de eenmalige toeslag. De oproep aan gemeenten is om voor deze gezinnen maatwerk te leveren via de individuele bijzondere bijstand. Ten slotte is de verwachting dat door de eenmalige energietoeslag een doelgroep wordt aangesproken die tot nu toe nog niet in beeld was van de gemeente. Het college is voornemens deze doelgroep actief te wijzen op andere minimaregelingen wat ook kan zorgen voor extra aanvragen.
Een ander effect van de prijsstijgingen is dat het aantal mensen met schulden stijgt. Hierdoor zal mogelijk ook het beroep op schuldhulpverlening gaan toenemen.

Ontwikkelingen arbeidsmarkt
De arbeidsmarkt is gespannen. Dat betekent dat het steeds moeilijker wordt om goed gekwalificeerd personeel te vinden en dat de arbeidsmarkt in toenemende mate ook aan gemeentelijk personeel trekt. Daarnaast ontstaat er een steeds hogere uitstroom door de vergrijzing. Dit zorgt voor hogere werkdruk bij personeel, verlies aan kennis en lagere flexibiliteit om nieuwe kennis en expertise aan te trekken voor nieuwe en bestaande maatschappelijke vraagstukken. De kosten van werving stijgen de komende tijd, net als de doorlooptijd van wervingsacties. Extra inspanningen zijn ingezet om het imago van Leidschendam-Voorburg als werkgever te verbeteren en meer geschikte sollicitanten te motiveren om bij Leidschendam-Voorburg te solliciteren. Extra aandacht gaat ook uit naar het beter intern managen van talent en bieden van ontwikkelkansen aan medewerkers om hen langer te behouden. Dit vergt ook extra tijd en geld en kan leiden tot vertragingen in projecten of productie omdat er niet, of niet op tijd, voldoende gekwalificeerd personeel is.

Personeelstekorten bij partners
Zorgaanbieders, en op dit moment met name aanbieders van huishoudelijke ondersteuning, hebben veel moeite om personeel te vinden. Meerdere aanbieders hebben op dit moment een cliëntenstop. Verschillende gemeenten hebben al te maken met (lange) wachtlijsten.
Met aanbieders wordt regelmatig overlegd om een vinger aan de pols te houden, maar ook om na te denken over mogelijke oplossingen. Verruiming van arbeidstijden is bijvoorbeeld al doorgevoerd. Het vergroten van de zelfredzaamheid, kan mogelijk uitstel van huishoudelijke ondersteuning betekenen. Ook andere (innovatieve) vormen worden onderzocht om kwalitatieve zorg te blijven bieden aan hen die dat nodig hebben.

Woonplaatsbeginsel Jeugd
Met ingang van 1 januari 2022 is het woonplaatsbeginsel in de Jeugdwet gewijzigd. De wijziging van het woonplaatsbeginsel is de methodiek waarmee wordt bepaald welke gemeente financieel verantwoordelijk is voor de jeugdhulp die wordt ingezet. Met de wijziging van het woonplaatsbeginsel worden de budgetten Voogdij-18+ herverdeeld over de gemeenten. Vooralsnog is het uitgangspunt dat de kostenontwikkeling in 2022 gelijk is aan de budgetontwikkeling. Het risico bestaat dat de kosten zich anders ontwikkelen dan het budget. In 2022 blijkt of de daling van de uitgaven gelijk is aan de daling van het budget dat de gemeente van het Rijk voor jeugdzorg ontvangt.

Continuïteit Schakenbosch
De instroom van cliënten in jeugdhulp plus loopt landelijk terug. De oorzaak hiervan is nog onvoldoende duidelijk. Er kan sprake zijn van een beleidseffect, samenhang met een verhoogde instroom in de justitiële jeugdinrichtingen (waterbedeffect) of een effect van corona. Het resultaat van de lagere instroom is dat de exploitatie en daarmee de continuïteit van jeugdhulp plus instellingen, waaronder Schakenbosch, onder druk komt te staan. Op advies van de jeugdautoriteit werkt de regio Haaglanden, als accounthoudende regio, in samenwerking met Schakenbosch en de andere jeugdhulpregio’s in Zuid-Holland aan een continuïteits- en herstelplan. Dit plan wordt voor de zomer van 2022 afgerond en heeft een financieel nadelig effect voor gemeenten die afhankelijk zijn van het uiteindelijke plan. De zorgvorm jeugdhulp plus is een essentiële, hoog-specialistische zorgfunctie die behouden moet blijven waarbij de invulling van de zorg wel verandert als gevolg van de transformatie van gesloten jeugdhulp.

Project Rechtencheck
De voorbereidingen voor het project zijn gestart. Het uitgangspunt van de rechtencheck is nog steeds het voeren van een persoonlijk gesprek met inwoners die een bijstandsuitkering ontvangen. Sinds het ontstaan van het project is de tijdsgeest echter veranderd, onder andere als gevolg van de toeslagenaffaire. De uitgangspunten en beoogde uitvoering van het project zijn hierop aangepast. De menselijke maat en de persoonlijke situatie van de inwoner staan centraal. Deze aanpassing brengt een onzekerheid met zich mee ten aanzien van de beoogde jaarlijkse besparing op de bijstandsuitgaven. Daarnaast werkt ook de eerdere vertraging als gevolg van de coronacrisis en het niet mogelijk zijn van persoonlijke gesprekken door in relatie tot de timing van de beoogde besparing. Ook exogene ontwikkelingen als de Oekraïnecrisis en een krappe arbeidsmarkt hebben invloed op de voorbereiding op en uitvoering van het project, omdat dit ook capaciteit vraagt binnen de gemeentelijke organisatie. Tot slot is de besparing afhankelijk van de daadwerkelijke uitkomsten van de gesprekken met de inwoners. Naar verwachting stelt het college vóór het zomerreces een nieuw controleplan vast, een belangrijke randvoorwaarde voor de uitvoering van het project. Daarbij zal ook de raad nader worden geïnformeerd over het vervolg van het project.

Oekraïnecrisis
De Oekraïnecrisis als gevolg van de inval door Rusland heeft gevolgen voor gemeenten. Op de raadsvergadering van 10 mei is besloten (ibabs-nummer 2768) een bestemmingsreserve te vormen voor het organiseren en bieden van duurzame opvang, voorzieningen via het loket Oekraïne, onderwijs en kinderopvang aan vluchtelingen uit Oekraïne. Vooralsnog wordt hierbij een bedrag van € 1,5 miljoen gestort in de reserve en beschikbaar gesteld om de benodigde maatregelen te nemen. Het Rijk heeft aangegeven de kosten, die gemeenten maken voor het organiseren van opvang en de opvang zelf, te vergoeden. Het is nog niet bekend in welke mate of onder welke condities dit plaatsvindt. Deze vergoedingen worden verrekend met de algemene reserve vrij besteedbaar, zodat inzichtelijk blijft wat de totale baten en lasten zijn voor de gemeente Leidschendam-Voorburg in verband met de Oekraïnecrisis. Voor zowel de landelijke, regionale als de lokale maatregelen geldt dat zij veel vragen van de gemeentelijke organisatie. Extra, of andere, inzet van medewerkers is noodzakelijk. Dit heeft invloed op lopende en nieuwe taken en dossiers en de prioritering. De gevolgen hiervan worden in beeld gebracht.

Garantstellingen
Op 9 juni 2020 is door de raad het Treasurystatuut Leidschendam-Voorburg 2020, inclusief Voorwaarden en andere regels garanties en leningen vastgesteld. Een belangrijke wijziging betreft de verruiming van het beleid ten aanzien van garantstellingen door in het vervolg garantstellingen wel mogelijk te maken als er sprake is van een publiek belang, én een waarborgfonds mede garant staat.
Het eerste kwartaal 2022 is er geen nieuwe garantie afgegeven.

Deze pagina is gebouwd op 07/06/2022 16:34:48 met de export van 07/06/2022 16:16:38